ZorgBulletin 29 september 2022


Integrale samenwerking zorg en welzijn: Het gesprek met de patiƫnt.

In de afgelopen ZorgBulletins schreven wij over het onderzoek naar de integrale samenwerking in het Sociaal Plein Damzicht, waarbij de medewerkers in de huisartsenpraktijk nauw samenwerken met collega’s uit het sociale domein. Dit keer gaan we in op aandachtspunten voor het gesprek met de patiënt samen: het gesprek vertragen, beter aansluiten bij de wensen en behoeften van de patiënt en het duidelijker maken van het verwijzingsproces.  

Het gesprek vertragen
Hieronder vindt u tips om het gesprek te vertragen: 
  • Geef mensen in het begin van een consult enkele minuten de tijd om te praten. Ze mogen in deze tijd ‘even leeglopen’. Daarna kunt u ze helpen hun vraag te formuleren en verhelderen. Mensen voelen zich dan goed begrepen. Indien er sprake is van meerdere hulpvragen, bespreekt u de vragen één voor één. Neem per consult de tijd voor maximaal één of twee vragen van de patiënt. 
  • Zorg dat u zelf rust creëert in de spreekkamer. Onthaast letterlijk: praat rustig, straal rust uit, kijk de patiënt aan en zorg voor een opgeruimde spreekkamer. 
  • Maak uw spreekuurtijd voor een bepaalde patiënt langer als dat nodig is. Loop functioneel uit. Dat accepteren geeft uzelf en de patiënt rust en geeft de patiënt vertrouwen.
Aansluiten bij de patiënt
Hieronder vindt u tips om beter aan te sluiten bij de patiënt:
  • Laat de patiënt bepalen wat deze als eerste opgelost wil hebben. Dat geeft de patiënt een gevoel van regie en u kunt als professional vervolgens uitleggen welke aanpak u daar het beste bij vindt passen. 
  • Verlies het contact met de patiënt niet. Soms gaan gesprekken (te) veel over de randvoorwaarden en niet over de wensen en behoeften van de patiënt. Blijf dicht bij de vraag van de patiënt.
Doorverwijzingen
Hieronder vindt u tips om goed door te verwijzen:
  • Ga na of de patiënt echt begrijpt waarom en naar wie deze wordt doorverwezen. Maak de doorverwijzing bijvoorbeeld visueel door een praatplaat te gebruiken. Zet hierop de reden van de doorverwijzing en hoe de doorverwijzing verloopt. De ‘plaat’ is eigendom van de patiënt, die deze kan meenemen naar de volgende hulpverlener. Dat geeft duidelijkheid en maakt het praten over de vraag wellicht makkelijker. 
  • Leg bij een doorverwijzing uit welke informatie u doorgeeft aan de ‘ontvangende partij’ en waarom u deze informatie geeft. 
  • Als de ‘ontvangende partij’ in het eerste gesprek met de patiënt hardop uitspreekt welke informatie er over de patiënt gedeeld is en daarop verdiepende vragen stelt, begrijpen patiënten waarom deze vragen nodig zijn. U neemt de patiënt zo beter mee in het gesprek en wat er straks te doen staat. Dit stimuleert de patiënt om hiermee gemotiveerd aan te slag te gaan. 
  • Organiseer een warme overdracht als dat nodig is, bijvoorbeeld bij weinig begrip of complexe problematiek. Zorg dat u hierbij de ‘verwijzende’ professional, de ‘ontvangende’ professional en de patiënt aan tafel hebt. 
  • Geef een duidelijke terugkoppeling over verwijzingen van de patiënt in het interne systeem. Dan hoeft de patiënt niet onnodig nog een keer uit te leggen waar hij/zij is geweest.
  • Wees transparant over de wachttijden als u een patiënt verwijst. Indien de wachttijd voor de patiënt niet te overzien is en/of te lang, overleg dan met de patiënt over een alternatief.
Dit is de laatste in een serie artikelen. De andere artikelen kunt u teruglezen door op de titel te klikken: Praktische tips voor een integrale aanpak zorg en welzijn, Wat vinden patiënten belangrijk?, Lukt het de patiënt om hulp te vragen? en Krijgt de patiënt de hulp die nodig is?

Wilt u de gehele rapportage van het onderzoek ‘Door de ogen van de patiënt’ lezen? Deze vindt u hier.

Deel dit bericht: