ZorgBulletin 20 oktober 2022


Aanpakken onnodige en oneigenlijke administratieve werkdruk huisartsen

Zoals bekend zorgen diverse ontwikkelingen zoals de toenemende zorgvraag, de afnemende personele beschikbaarheid en de veranderende demografie voor toename van de werkdruk in de huisartsenpraktijk. Daarnaast ervaren veel huisartsen dat de hoeveelheid administratie in de huisartsenzorg te hoog is en dat het ten koste gaat van de tijd voor patiëntencontact. Het terugdringen van de administratieve lasten blijkt een hardnekkig proces. Ondanks de afspraken die gemaakt zijn tussen huisartsenorganisaties, zorgverzekeraars en overheid om administratieve lasten te verminderen, blijken de huisartsen in onze regio nog veel last te hebben van onnodige en oneigenlijke administratieve werkdruk.

Onderzoek naar behoefte aan ondersteuning
Om te onderzoeken hoe we praktijken kunnen ondersteunen in de bedrijfsvoering van de praktijk hebben we onlangs gekeken wat de grootste werkdruk en ergernis oplevert in de praktijk. Hierbij werd gebruikt gemaakt van een webkey waarmee huisartsen wanneer zij een als ergernis ervaren werkbelasting hadden, dit direct konden vastleggen. Onnodige en oneigenlijke administratieve taken kwamen naar voren als belangrijke werkdruk verhogende en ergernis gevende factoren.

De uitkomsten
Van de 82 aangegeven onnodige administratieve taken bleken 15 gerelateerd aan hoofdbehandelaarschap, 34 aan medische overdracht, 11 aan medische verklaringen en 13 aan wachttijdenprobleem. Uitgesplitst naar organisatie bleken de oneigenlijke vragen vooral te komen vanuit de samenwerking met ziekenhuisspecialisten, GGZ instellingen, verzekeraars en apothekers. Uit sommige ingebrachte casuïstiek bleek ook dat huisartsen op bepaalde onderdelen zelf onvoldoende op de hoogte zijn van de bestaande afspraken in het kader van ontregel de zorg.

Activiteitenplan
Om de onnodige en oneigenlijke administratieve belasting van huisartsen te verminderen worden de volgende stappen ondernomen:

1. Analyse en rubricering van de via de webkey ingebrachte casuïstiek.
2. Uitkomsten van stap 1 vergelijken met de bestaande afspraken zoals vastgelegd in ontregel de zorg.
3. Inbrengen van de bestaande afspraken in het bestuurlijk overleg met in ieder geval de Ziekenhuizen, de zorgverzekeraar, GGZ instellingen en VVT's en afspraken maken over openstaande punten.
4. Inbrengen van bestaande afspraken gerelateerd aan casuïstiek bij vakgroepen.
5. Inrichten huisartsen peilstations voor het scoren van onnodige en oneigenlijke administratieve belasting.
6. Communicatie over bestaande en gemaakte afspraken met alle instanties die ten onrechte de hulp inschakelen van huisartsen.
7. Telling per peilstation van afwijken van de gemaakte afspraken.

Via het ZorgBulletin houden we u op de hoogte. Heeft u vragen? Neem dan contact op met Marc van Wijk via mvanwijk@zel.nl.

Deel dit bericht: